Het klinkt allemaal heel mooi en logisch: Een pedagogisch sportklimaat op iedere club! Maar wat betekent het eigenlijk…? Wat is dat pedagogische sportklimaat en waarom is het zo belangrijk? 

Child centered

Sporten voor het plezier geldt voor alle sporters, jong en oud, talentvol of niet. Plezier betekent niet alleen maar leuk en gezelligheid. Plezier geeft sporters ruimte om te ontdekken, te leren, te oefenen, je eigen doelen te stellen, en dan maakt het niet uit welke ambities je hebt. Om motivatie voor sporten te houden is plezier dus heel belangrijk. En of jonge sporters met plezier sporten, hangt voor een groot gedeelte ook van de coach af. 

Een pedagogisch sportklimaat kent een aantal achterliggende theorieën (o.a. zelf-determinatietheorie van Ryan en Deci (2000), het concept van caring climate (Fry, Guivernau, Kim, Newton, Gano-Overway, & Magyar, 2012) en positive youth development theory (Vella, Oades & Crowe, 2011)). 

 Uitspraak Nicolette Schipper- van Veldhoven, lector sportpedagogiek aan hogeschool Windesheim Zwolle:

‘In het algemeen kan gesteld worden dat een pedagogisch klimaat een positief veilig leerklimaat is, waar plezier voorop staat, bewerkstelligd door reële succeservaring, een goede relatie tussen trainers/coaches en sporters die gebaseerd is op wederzijds respect – waarbij gehandeld wordt in het belang van (de ontwikkeling van) jeugdigen (gericht op het worden van het autonome zelf)’

 

Wat al deze theorieën gemeen hebben, is dat ze de ontwikkeling van kinderen en jongeren centraal stellen! Ze zetten het kind centraal

Op basis van de theorieën zijn er vier pilaren van een pedagogisch sportklimaat te onderscheiden. 

In een ontwikkelingsgericht klimaat staat het kind op de eerste plaats en de sport op de tweede plaats. Er zal dus vanuit de trainers en clubs een goede balans gezocht moeten worden tussen ‘willen winnen’ en persoonlijke ontwikkeling van de sporter. Trainingsstof zou aangeboden moeten worden in de ‘zone van de naaste ontwikkeling’. Hiermee bedoelen we dat de trainer iets aanbiedt wat eigenlijk net boven het niveau van de speler ligt en met behulp van de trainer geleerd kan worden. Verenigingen zoeken naar de juiste balans tussen aandacht voor de prestatieve teams en de recreatieve teams. Ieder kind of jongere verdient de juiste begeleiding en een passend sportaanbod. 

In een zorgzaam klimaat is de omgeving gericht op een gevoel van veiligheid, uitnodiging, support, respect en waardering. Een zorgzaam klimaat zorgt voor meer plezier en commitment. Dit gaat over het concept van ‘caring-climate’. Bewust of onbewust draagt de trainer of opvoeder altijd waarden en normen over. De stijl van de trainer heeft dus invloed op de speler of het team. Daarboven heeft de clubcultuur weer invloed op het gedrag van haar leden. Belangrijk dus om je bewust te zijn van het gedrag en dus welke invloeden je uitoefent in een groep. Of welke omgangsvormen en gedragsregels er gelden op trainingen en binnen de club! 

Plezier = de belangrijkste factor in het leven van het sportende kind of jongere. Plezier is het motief om te blijven sporten. Succeservaringen, waarbij succes aan het eigen kunnen wordt toegeschreven, net zozeer als sociale steun zijn belangrijke factoren in het motiverende klimaat. 

 

De sportclub zorgt voor een pedagogisch sportklimaat, waar iedereen in een veilige omgeving kan sporten.​​ Ook het hebben van preventief en repressief beleid op ongewenst gedrag, zoals een pestprotocol hoort hierbij. Wanneer er ongewenst gedrag mocht voorkomen, dan moet voor iedereen in een club duidelijk zijn wat de vervolgstappen zijn. In een veilig sportklimaat worden er bijvoorbeeld cursussen, bijvoorbeeld een cursus ‘positief coachen’, aan jeugdtrainers gegeven. Of iedere vrijwilliger moet in het bezig zijn van een VOG. In een onveilige omgeving leren kinderen en jongeren niet optimaal, daarom is het belangrijk dat een ieder kan sporten in een sociaal veilige sportklimaat.